Het gevoel van Heeze: Jack Mikkers, burgemeester van ‘s-Hertogenbosch

Mijn dorp; het winkelparadijs Heeze

De Kapelstraat. Als jong manneke was dat voor mij het winkelparadijs waar alles te krijgen was. Heeze was mijn wereld. Daar hadden ze alles voor Jack, zoon van de slager.

Bijna 55 jaar geleden werd ik op de Kapelstraat geboren. Een dag na de Brabantsedag. Vernoemd naar mijn opa: Jac. Schilders, slager in Heeze. En met Nicasius als vierde doopnaam ben ik vernoemd naar één van de martelaren van Gorcum. Ook geboren in Heeze. Hoe Hizzers wil je het hebben?

Toen ik gevraagd werd voor deze gastcolumn moest ik direct terugdenken aan mijn straat. De Kapelstraat met al zijn winkels van Heezer ondernemers. Die kende ik goed. Want ik deed er toen ik acht-negen jaar was de boodschappen. Mijn ouders hadden namelijk een drukke slagerij en daar geen tijd om boodschappen te doen. Vanaf mijn 8e of 9e liep ik alle winkels af. Met plezier.

Bij Frans van Lierop “Golden Fiction” voor mijn moeder en “Caballero” voor mijn vader. Bij Bakkerij Gommans 4 witte broden. Bij Van Gerwen spullen voor in de keuken, bij Bets Thous nieuwe ritsen of lapjes voor de gaten in mijn broek, bij Boelens voor mijn schoenen. En bij onze buurman Leo Verest de spijkers of schroeven.

Het dorp Heeze was een waar winkelparadijs. Vaak kon ik meteen de vleesbestelling naar de andere winkels meenemen. Want ze hadden het allemaal druk. Alleen tussen 12.30u en 13.30u waren alle winkels dicht. De middagpauze was heilig, ook bij ons thuis. Mijn vader sliep er op de bank een half uurtje voordat hij weer aan het werk ging.

Heerlijk overzichtelijk en we hielpen elkaar; je deed het niet om buiten het dorp boodschappen te doen of te winkelen. Winkeliers hielpen elkaar. Heezenaren hielpen elkaar. Alles was gebouwd op relaties, elkaar kennen en voor elkaar klaar staan.

We zijn in de loop van de jaren veel meer een samenleving van “ik” geworden. Dat gaat over onze manier van samenleven, maar ook over onze lokale economie. Veel mensen kijken eerst waar iets het goedkoopst te krijgen is, liefst nog bezorgd met gratis terugstuurgarantie. Op zich snap ik dat; ik hou ook van “koopjes”. Maar keerzijde van deze (online) manier van kopen, is dat het voor veel lokale retailers een drama is. Zeker voor de dorpen, ook voor Heeze.

Want de leefbaarheid van het dorp is afhankelijk van het feit of we elkaar nog ontmoeten. Echte winkels dragen daaraan bij. Of die winkels kunnen blijven, bepalen wij als consumenten mee. Willen wij er boodschappen doen? Zo helpen we de kracht in het dorp te houden. De retailers zijn vaak weer de sponsor van sportclubs of deelnemers aan de Brabantsedag.

Als burgemeester en inwoner van ’s-Hertogenbosch zie ik veel drukte in de binnenstad. Veel mensen met tassen vol, volle terrassen en volle restaurants; prachtig om te zien. Voor de economie, maar ook omdat ‘s-Hertogenbosch bol staat van de ontmoeting en gezelligheid. Ik gun dat mijn dorp ook. Gun het elkaar om juist daar wat te drinken, eten en winkelen. Dat er ruimte blijft voor die cruciale functie van onze samenleving; het ontmoeten. Voor een leefbaar dorp. Mijn mooie dorp, de Parel van Brabant, Heeze.