/
Het gevoel van Heeze: Danielle Coeterier
/

Het gevoel van Heeze: Danielle Coeterier

De komende tijd zullen er weer regelmatig gastcolumns verschijnen onder de titel “Het Gevoel van Heeze”. Deze columns zijn geschreven door zowel huidige als voormalige bewoners, bekende en minder bekende mensen, met of zonder specifieke boodschap, maar ze delen allemaal hun persoonlijke gevoel bij Heeze. Deze keer Kunstenares Danielle Coeterier.

Heeze Leeft.

Niet geboren en getogen in Heeze, ligt mijn oorsprong meer in Eindhoven (geboren) en Geldrop (getogen). Maar vanaf dag één dat mijn man en ik, vanuit Amsterdam, verhuisden naar Heeze voelden we ons thuis. Dit mooie dorp gaf me meteen ademruimte en rust in mijn hoofd en gewend aan de hectiek van Amsterdam was dat een enorm cadeau.

Ademruimte door die vriendelijke Parel van een dorp dat omringd wordt door groen, groen en nog es groen. Ik weet nog goed dat ik voor het eerst in het bos liep, een echt bos, met zandpaden. (In Amsterdam zei de schilder tegen me toen hij mijn kozijnen op driehoog schilderde: “Hoezo hebbie heimwee naar de natuur? Wijffie, het vondelpark is vijf minuten lopen vanaf hier!”)

Anyway, ik wandelde dus door het Herbertusbos, verheerlijkt de geuren opsnuivend, toen ik een mannelijke wandelaar tegenkwam met zijn hond, die me goedemorgen wenste, waarop ik verwilderd reageerde met een verlangen naar een pepperspray. Nu, 24 jaar later, wens ik zelf iedereen goedemorgen en ben ik dankbaar voor dat sociale contact dat zo ‘gewoon’ is geworden. Mensen die vriendelijk zijn en je aanspreken, in het bos, in de Albert Heijn, op straat, op het station, in winkels.

En Heeze leeft! Natuurlijk letterlijk de titel van de jaarlijkse braderie in mei, maar het bruist en borrelt in Heeze van de evenementen. Als grote kanjer de Brabantse Dag, maar ook Kunstsmullen, Beach Volleybal, exposities, films en optredens in ’t Perron en nog zo veel meer. Je hoeft je hier geen enkel moment te vervelen!

En tegelijkertijd is daar die oneindige stilte. Als je na tien uur ‘s avonds op straat komt, kom je vrijwel niemand tegen. Hoogstens drie auto’s, twee fietsers en een wandelaar met een hond. Alles donker en in diepe rust. Ik denk dat ik op die momenten het meest houd van dit dorp. Samen met de sfeer tijdens Kerstmis. Mijn man en ik kwamen hier in december wonen en de eerste keer dat we naar ons nieuwe huis reden was het vroeg in de avond. Het was al donker, maar toen we de Kapelstraat binnenreden schitterde de straat en etalages met kerstverlichting. “Wow, HIER gaan we wonen! Dit wordt ons thuis, wat een feestelijk welkom!” dacht ik toen verwonderd. En elk jaar met Kerst denk ik nog steeds hetzelfde: “Wow, wat een gezèllig dorp!”

En wat ik mis?

Ruimte om veilig te fietsen en de mooie grote bomen die vroeger in de Jan Deckersstraat stonden en die zo plotseling werden omgehakt om ruim baan te maken voor een nieuw wegdek dat er weliswaar prachtig uitziet en het dorp zo’n vriendelijke uitstraling geeft, maar waar je als fietser toch erg vaak van je sokken wordt gereden. Jammer! Maar geen reden om te verhuizen, want er zijn te veel voordelen om te blijven.